Jimi Barbiani Band keert terug in de Blues-Rock Garaasj en maakt er weer een feestje van.
Het is alweer iets meer dan een jaar geleden, dat ik voor het eerst met de, tot dan toe voor mij vrijwel onbekende, Italiaanse snarenatleet Jimi Barbiani en band kennis maakte.
Het spectaculaire optreden in de Blues-Rock Garaasj staat me nog vers in het geheugen.
Ook nu heeft hij zijn gitaarkoffertje weer in gepakt en is over de Alpen getrokken om ons in de lage landen te vermaken met zijn vlammende gitaarspel. Wederom vormt de Garaasj de arena van het strijdtoneel en zijn de verwachtingen hoog gespannen. Bij het publiek krijg ik een soort déjà vu gevoel, want velen van hen kwam ik een jaar geleden ook al tegen en enkelen hebben nu hun vrienden meegebracht. Een gezellige drukte dus.
Om het publiek in de stemming te brengen heeft men weer een beroep gedaan op In E-flat, dat
zich zo langzamerhand wel de huisband van de Garaasj mag noemen. Ze zijn alweer gegroeid en het is leuk om de groei van een beginnende band van nabij mee te maken. Paul God, (zang, gitaar), Dennis Huijer (bas) en Rob Ariens (drums) weten de aandacht van het publiek vast te houden en zijn een goede opwarmer. De stijl die zij hanteren komt veel overeen met het gene dat ons later op de avond te wachten staat. Met ‘Sure Got Cold After The Rain Felt’, maaien ze eigenlijk wel het gras voor de voeten weg bij Jimi Barbiani, want als ik na de show de setlist van Jimi krijg, blijkt dat zij dit nummer ook op de setlist hadden staan. Ze konden het echter wel waarderen. Ook als Jimi met zijn mannen aan de zijkant klaar staan om om te bouwen, kijken ze met een glimlach toe als In E-flat terug geroepen wordt voor een toegift. Zij weten natuurlijk ook wel dat dit voor een (jonge, beginnende) band, als een compliment beschouwd mag worden. Na een prima vertolking van ‘Little Wing’ en een korte ombouwpauze is het dan weer meteen van dik hout zaagt men planken als de Jimi Barbiani Band opent met het instrumentale ‘Ten o’ Clock Train’, een vette boogie, die de Garaasj meteen op zijn kop zet. Wat opvalt, is dat de band uit de buurt van Venetië een wijziging heeft ondergaan. Zanger J.C. Cinel is er niet meer bij en men heeft een vervanger gevonden in Stefano Birarda. Hij is evenals Jimi zo’n 20 jaar geleden de muziek wereld ingestapt en heeft als zanger in verschillende bands zo wat de halve wereld afgereisd. Hij is tevens mijn tolk vanavond. Zijn stem is iets meer blues gericht als die van J.C. Dat dit wel goed zit, blijkt al meteen bij ‘Hard To Handle’. Het blijft echter een vreemde gewaarwording om o.a. ‘I Feel So Lonely’, ‘Party Angel’, ‘You Don’t Know’, (songs van de cd “Back On Track’ , het album dat ik al ‘tig’ keren gedraaid heb) nu door Stefano te horen zingen.
Ook achter de “battaria” heeft een wisseling plaats gevonden en heeft drummer Elvis Fior de trommelstokjes aan het 19 jarige drumtalent Gianluca Zavan doorgegeven. Op 12 jarige leeftijd speelde Gianluca al regelmatig in clubs en heeft ook al in een Big Band ervaring opgedaan. Hij mept er vanavond lustig op los en het publiek wordt na ‘You Don’t Know’op een overtuigende, strakke drumsolo getrakteerd.
De liefhebbers van Jazz/fusion konden genieten van het nieuwe instrumentale ‘What You’re Talking About’, dat op hun nieuwe album, dat rond november klaar zal zijn, zal staan. In dit nummer is tevens een prominente rol voor bassist Daniele (Danny) Vicaro weggelegd.
Van te voren kondigde Jimi al aan dat ze er een feestje van gingen maken, daarom ook wat meer covers als gebruikelijk in de set. Een feestje werd het ook! Tijdens ‘Dear Mr. Fantasy’, werd zelfs een gedeelte van het publiek op het podium toe gelaten om te dansen. Na de uitsmijter ‘I Got The Devil’, een nummer dat hangen blijft, komt de band nog twee maal terug voor een toegift. Na ‘Brush With The Blues’, Jumping Jack Flash’en ‘Stop Breaking Down’, wil het publiek nog meer en komt er met ‘Voodoo Chile’, een einde aan een fantastische avond, waarbij de bluesrockers ruim aan hun trekken kwamen
Absolute hoogtepunten blijven bij mij toch de kippenvel solo’s van Jimi bij o.a.’Hey Joe’ en ‘Voodoo Chile’. Solo’s om je vingers bij af te likken tot dat er geen eelt meer op zit.
Alleen al hierom zou hij een plekje verdienen in de Italiaanse ”Squadra”, als er Olympische spelen voor muziekanten zouden zijn.